AkzoNobel zit nog niet op het winstniveau dat het concern behaalde voor 2007, het jaar dat Organon verkocht en de grote overname van ICI plaats vond. Maar het is wel dankzij het samengaan met ICI dat AkzoNobel zo sterk uit de crisis is gekomen.
Dat stelde bestuursvoorzitter Hans Wijers op de aandeelhoudersvergadering van het verf- en chemieconcern.
Door het samengaan met ICI werd AkzoNobel een sterke marktleider in veel deelmarkten. Het bedrijf was vermoedelijk aanzienlijk zwakker uit de crisis gekomen als dat niet het geval was geweest.
Chemie blijft
Wijers toonde zich ook tevreden over de huidige samenstelling van de onderneming, die volgens hem geen ‘conglomorate discount' kent omdat de drie divisies goed samenwerken en er een uitstekende wisselwerking is.
Van afstoten van de chemietak is dan ook geen sprake. Een mogelijk geïnteresseerde partij voor de chemiepoot zal nul op rekest krijgen bij Wijers: ‘Als die meneer belt, zal ik hem vragen ergens anders te gaan praten.'
Wijers noemde een voordeel van de huidige portfolio dat deze kritische massa geeft en ook dat het goed is om een spreiding te hebben tussen vroeg- en laatcyclische activiteiten.
Stijgende prijzen
Akzo heeft wel last van de stijgende grondstofprijzen. Een inflatie van 15 procent zelfs, zei financieel directeur Keith Nichols onlangs. Prijzen konden slechts met 4 procent worden verhoogd. De winstmarges daalden hierdoor in alle drie de divisies.
Er worden verschillende maatregelen op het gebied van prijsbeleid en kostenreducties getroffen om dat in de rest van het jaar te compenseren. Daarbij moet gedacht worden aan alternatieve grondstoffen en slimmere inkoop en voorraadbeheer.
Prijzen zullen uiteindelijk verhoogd worden. Problemen zoals Unilever onlangs had in China, waar het door de overheid verhinderd werd de prijzen te verhogen, voorziet AkzoNobel niet.
Te duur?
Terug naar die grote aankoop uit 2007, toen AkzoNobel de Britse ICI voor 12 miljard euro overnam. Was die aankoop, met de kennis van vandaag, niet aan de dure kant? Akzo is nog niet zo winstgevend als aandeelhouders hadden gehoopt. "Nee", zegt topman Wijers: ‘De prijs van ICI was op dat moment nu eenmaal de prijs, voor minder hadden we het nooit gekregen.'
De synergievoordelen, die in het jaarverslag van 2007 werden geraamd op 280 miljoen euro per jaar, zijn voor 95 procent gerealiseerd.
Dat is opmerkelijk, want de jaarwinsten in de jaren voor de overname (2004-2005-2006) waren gemiddeld ruim 1 miljard euro. In 2010 werd 754 miljoen verdiend, bij een aanzienlijk hogere omzet.
Als daar de synergievoordelen al bijna volledig inzitten moet de winst zonder het effect van ICI sterk zijn gedaald. Vergelijken is uiteraard moeilijk, want de wereldeconomie worstelt zich nu uit de meest ernstige crisis sinds de jaren 30 van de 20e eeuw.
Het aandeel heeft de afgelopen drie jaar niet goed gepresteerd, maar feit is dat AkzoNobel, nu de grote overname ICI geabsorbeerd is, een prima positie heeft om van een aantrekkende wereldeconomie te kunnen profiteren. Aandeelhouders zouden dat kunnen gaan merken.
Door het samengaan met ICI werd AkzoNobel een sterke marktleider in veel deelmarkten. Het bedrijf was vermoedelijk aanzienlijk zwakker uit de crisis gekomen als dat niet het geval was geweest.
Chemie blijft
Wijers toonde zich ook tevreden over de huidige samenstelling van de onderneming, die volgens hem geen ‘conglomorate discount' kent omdat de drie divisies goed samenwerken en er een uitstekende wisselwerking is.
Van afstoten van de chemietak is dan ook geen sprake. Een mogelijk geïnteresseerde partij voor de chemiepoot zal nul op rekest krijgen bij Wijers: ‘Als die meneer belt, zal ik hem vragen ergens anders te gaan praten.'
Wijers noemde een voordeel van de huidige portfolio dat deze kritische massa geeft en ook dat het goed is om een spreiding te hebben tussen vroeg- en laatcyclische activiteiten.
Stijgende prijzen
Akzo heeft wel last van de stijgende grondstofprijzen. Een inflatie van 15 procent zelfs, zei financieel directeur Keith Nichols onlangs. Prijzen konden slechts met 4 procent worden verhoogd. De winstmarges daalden hierdoor in alle drie de divisies.
Er worden verschillende maatregelen op het gebied van prijsbeleid en kostenreducties getroffen om dat in de rest van het jaar te compenseren. Daarbij moet gedacht worden aan alternatieve grondstoffen en slimmere inkoop en voorraadbeheer.
Prijzen zullen uiteindelijk verhoogd worden. Problemen zoals Unilever onlangs had in China, waar het door de overheid verhinderd werd de prijzen te verhogen, voorziet AkzoNobel niet.
Te duur?
Terug naar die grote aankoop uit 2007, toen AkzoNobel de Britse ICI voor 12 miljard euro overnam. Was die aankoop, met de kennis van vandaag, niet aan de dure kant? Akzo is nog niet zo winstgevend als aandeelhouders hadden gehoopt. "Nee", zegt topman Wijers: ‘De prijs van ICI was op dat moment nu eenmaal de prijs, voor minder hadden we het nooit gekregen.'
De synergievoordelen, die in het jaarverslag van 2007 werden geraamd op 280 miljoen euro per jaar, zijn voor 95 procent gerealiseerd.
Dat is opmerkelijk, want de jaarwinsten in de jaren voor de overname (2004-2005-2006) waren gemiddeld ruim 1 miljard euro. In 2010 werd 754 miljoen verdiend, bij een aanzienlijk hogere omzet.
Als daar de synergievoordelen al bijna volledig inzitten moet de winst zonder het effect van ICI sterk zijn gedaald. Vergelijken is uiteraard moeilijk, want de wereldeconomie worstelt zich nu uit de meest ernstige crisis sinds de jaren 30 van de 20e eeuw.
Het aandeel heeft de afgelopen drie jaar niet goed gepresteerd, maar feit is dat AkzoNobel, nu de grote overname ICI geabsorbeerd is, een prima positie heeft om van een aantrekkende wereldeconomie te kunnen profiteren. Aandeelhouders zouden dat kunnen gaan merken.
Mist rond beloningen |
In 2009 introduceerde Akzo als eerste een bonus die voor 50 procent afhankelijk was van de plaats in de Dow Jones-duurzaamheidindex (DJSI), waar het destijds bovenaan stond. Nu niet meer en dat was aanleiding om de spelregels te veranderen. ‘De laatste stap in het proces ... naar de zogenaamde DJ Sustainbility Index bevat een aantal elementen die minder transparant en objectief kunnen zijn.', klonk het. Het is een black box. Dat is waar, maar helaas geldt dat voor de totstandkoming van de prestatiebeloningen zoals die in het jaarverslag van AkzoNobel worden opgevoerd ook. Want hoewel de Economic Value Added (EVA) in 2010 en 2009 negatief was, de EBITDA marge onder de doelstelling ligt en de Total Shareholder Return ook bepaald niet te wensen overlaat, waren de variabele beloningen zonder uitzondering boven ‘target'. Dat moet dan vooral het gevolg zijn geweest van het halen van de persoonlijke doelen, maar die worden niet bekend gemaakt. Een nieuwe black box dus. |